
De Nederlandse zuivelsector is van economisch en maatschappelijke belang.
Lees meerNederland staat bekend om zijn zuivelproducten. Boter, kaas en melk zijn niet weg te denken uit ons dagelijkse voedingspatroon. Maar niet alleen in Nederland is onze zuivel gewild, ook in het buitenland is er grote vraag naar. De Nederlandse zuivelsector is dan ook een grote speler op de wereldmarkt en draagt de afgelopen jaren zo’n 8% bij aan het Nederlandse handelsoverschot en zorgt voor 45.000 directe voltijdbanen. Kortom: samenwerking is de basis van de Nederlandse zuivelketen. Dat heeft de sector een sterke, internationale positie opgeleverd waar de Nederlandse economie van profiteert.
De NZO en haar leden maken deel uit van een groter zuivelcluster. Van oudsher werken de zuivelondernemingen nauw samen met andere schakels binnen de zuivelketen. Zo hebben melkveehouders zich veelal georganiseerd in coöperaties, waarin zij samen melk verkopen aan een melkverwerkend bedrijf waarvan de coöperatie eigenaar is. Dat biedt melkveehouders zekerheid, marktmacht en het is een investering voor volgende generaties. De zuivelproducten komen via handelsbedrijven, retailers en horeca bij de consument terecht of worden als ingrediënten verwerkt door andere voedingsmiddelenbedrijven. De export van Nederlandse zuivelproducten verloopt via de zuivelondernemingen en via handelsbedrijven.
De stabiele, sterke sector die de Nederlandse zuivelsector is weet zich al decennia goed staande te houden en deze samenwerking blijft belangrijk in de toekomst. Onze zuivelketen met haar bijna 17.000 melkveebedrijven staan voor een grote uitdaging: werken aan een duurzame ontwikkeling en gelijktijdig haar positie in een globaliserende wereld versterken en uitbreiden. Om deze uitdaging aan te gaan is samenwerking tussen alle spelers in de melkvee- en zuivelketen cruciaal. Daarbij komt dat zowel groei in volume als groei in kennis hand in hand gaan. Wil de Nederlandse zuivelsector zijn koploperspositie behouden, dan zal de sector op meerdere terreinen moeten blijven excelleren.
Daarom vindt de NZO innovatie in de zuivelsector enorm belangrijk. Leden van de NZO investeren op jaarbasis 90 miljoen euro in R&D. Daarnaast hebben we in Nederland enkele van ’s werelds meest vooraanstaande kennisinstituten op het gebied van zuivel. Kennisinstituten als Wageningen University & Research, NIZO food research en Qlip zorgen ervoor dat daarbij de beste en nieuwste methodieken worden toegepast. Nederland kent daarnaast ook innovatieve bedrijven die veel in R&D investeren.
De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en EY publiceerden in 2017 het rapport ‘De Kracht van Zuivel’. Het rapport behandelt het economisch en maatschappelijk belang van de Nederlandse zuivelsector, gestaafd met cijfers uit het onafhankelijk onderzoek dat is uitgevoerd door EY. Hierin komt naar voren dat de Nederlandse zuivelsector van groot belang is voor de BV Nederland, een bijdrage kan leveren aan wereldwijde voedselzekerheid, behoort tot de wereldtop als het gaat om innovatie en blijft verduurzamen. Onderaan deze pagina vind je het rapport.
Het rapport behandelt de cijfers en feiten in vier kernboodschappen: invloedrijk & Nederlands, verantwoordelijk, vernieuwend en internationaal. De belangrijkste resultaten uit het onderzoek:
Tijdens het evenement waarbij het rapport ‘De Kracht van Zuivel’ werd gepresenteerd, gaven drie inspirerende sprekers hun visie over innovatie, duurzaamheid en economie binnen de zuivelsector.
Albert de Groot, bestuurslid NZO en CEO Vreugdenhil Dairy Foods: “Van elke euro die Nederland in het buitenland verdient, is acht cent rechtstreeks afkomstig van de zuivelsector.”
Marten van den Berg, directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen bij Ministerie van Buitenlandse Zaken: “De zuivelsector pakt zijn verantwoordelijkheid op het duurzaamheidsvlak door zelf het debat aan te gaan en door een pleidooi te houden om SDG’s centraal te stellen.”
Meike te Giffel, directeur Research & Operations bij NIZO: “Door onze zuivelkennis in te zetten voor andere sectoren weten we nieuwe input te vergaren voor de zuivelsector. Dit illustreert dat zuivel de kracht heeft om te innoveren.”