De zuivelindustrie in Nederland loopt in de wereld voorop als het gaat om kwaliteit en innovatie. En ook op het gebied van duurzaamheid wordt volop naar Nederland gekeken. In een serie verhalen vertellen zuivelbedrijven zelf hoe ze werken aan het verkleinen van hun ecologische voetafdruk. In die verhalen wordt vooral gekeken naar wat er in de zuivelfabrieken gebeurt.
Deel 3: CONO kaasmakerij
‘Verduurzamen doen we samen met partners: van koeienbek tot winkelrek’
CONO Kaasmakers zet sterk in op dierenwelzijn en duurzaamheid. Deze inzet zien ze terug in alle lagen en begint met de samenwerking tussen koeien, boeren en kaasmakers. Elke schakel is belangrijk. Zo wordt er bijvoorbeeld van de koe tot de winkel gekeken naar energie en ziet CONO Kaasmakers bijvoorbeeld dat meer energie opgewekt wordt dan er is gebruikt. Dit wordt mede mogelijk, doordat het bedrijf zelf nieuwe samenwerkingen opzoekt met andere partners. Samen bereiken ze meer dan ieder voor zich en continu verbeteren is hun filosofie.
Meer energie opwekken dan gebruiken
Met het oog op duurzaamheid en klimaat heeft CONO Kaasmakers uit Westbeemster de ambitie om de krachten te bundelen voor een mooie toekomst voor toekomstige generaties. Daar is samenwerking in de keten voor nodig. In het proces van kaas maken, wil CONO met haar partners de footprint van kaas verkleinen. Het gaat dan over duurzaamheidsinspanningen in alle schakels van de keten. Van de productie van het koeienvoer tot het transport van het eindproduct naar de winkels, aan het eind van de streep is het streven dat er per saldo een positieve bijdrage wordt geleverd, doordat bijvoorbeeld meer energie is opgewekt dan verbruikt.
We zetten de regio op de wereldkaart
Investeren in duurzaamheid is vanzelfsprekend voor CONO, zegt Tijs Roeland, manager innovatie en techniek bij CONO. “Als kleine boerencoöperatie bestaan we al meer dan 120 jaar. Voor ons gaat het erom een duurzame toekomst te creëren voor onze omgeving, alsook voor onze melkveehouders, onze medewerkers en de consument. Dat vinden lokale overheden ook belangrijk. Zo zien we dat terug in onze samenwerking met de gemeente en de provincie. Met Beemster kaas zetten we de regio op de wereldkaart. Mede daarom denkt de regionale overheid constructief met ons mee.”
CONO kaasmakers, bekend van Beemster
Naast het wereldberoemde merk Beemster en andere consumentenmerken, levert CONO ook ingrediënten aan industriële klanten, zoals Unilever en producten voor de foodservice en food-professionals. Alle kazen worden gemaakt van 100% weidemelk. Bovendien zijn alle kazen voor de Nederlandse en Belgische markt vegetarisch.
Duurzaamheidsvisie: ‘Van koeienbek tot winkelrek’
De duurzame ambitie kreeg de naam ‘Van koeienbek tot winkelrek’ en gaat dus over de gehele kaasketen. Voor de kaasmakerij betekent dit dat er vooral wordt gekeken naar manieren om energie-efficiënter te gaan werken, vertelt Tijs Roeland, manager innovatie en techniek bij CONO. “Daarnaast willen we van het gas af en overstappen naar meer duurzame bronnen van energie.”
Besparen kan met slimme technieken
Roeland: “Energie besparen in het productieproces kan bijvoorbeeld door je machines slimmer af te stellen, zodat ze efficiënter gaan draaien. Ook werken we zoveel mogelijk met restwarmte en restkoude, die we op andere plekken in het proces inzetten. Zo hebben we ons energieverbruik al flink verlaagd.”
Omschakelen naar duurzame energie bleek lastiger
Er zijn vele manieren om van het ‘gas af te gaan’. “En die hebben we ook allemaal verkend”, vertelt Roeland. “We hebben gekeken naar de mogelijkheden van geothermie en aardwarmte, naar stadswarmte. Helaas is gebleken dat die mogelijkheden voor het inzetten van deze energiebronnen hier niet mogelijk zijn.”
Prachtige landelijke ligging, maar dat geeft wel beperkingen
De ligging van de kaasmakerij is een complicerende factor geeft Roeland aan: “We zitten hier midden in de Beemster, een gebied met de status van Unesco Werelderfgoed. Het is hier namelijk het schoolvoorbeeld hoe we als Nederlanders in de 17e eeuw nieuwe polders voor de voedselproductie van welvarend Amsterdam hebben gemaakt door middel van drooglegging. Vanwege dit Unesco Werelderfgoed is hoogbouw niet toegestaan en dus is er geen plek voor bijvoorbeeld windmolens voor duurzame opwekking van energie.”
Aangesloten boeren wekken genoeg stroom op
CONO en andere zuivelbedrijven werken veelal samen met melkveehouders, die op het land de grootste leveranciers zijn van duurzame energie. “Met name zonne-energie op de daken van stallen en windmolens op het land dragen bij aan de energietransitie”, zegt Roeland.
Extra stroomkabel de oplossing
De oplossing voor een reductie van gas voor CONO kaasmakerij is elektrificatie. Roeland: “En dat geldt voor al onze collega’s in de zuivelsector: we moeten over op elektriciteit . We hebben het geluk dat er al plannen lagen voor een onderstation in onze regio, waardoor we met een nieuwe kabel de aansluiting kunnen maken op het landelijke netwerk. In 2027 moet dat gerealiseerd zijn. Vanaf dat moment kunnen we echt grote stappen maken. We gaan mogelijk werken met warmtepompen, e-boilers en accu’s.”
Netcongestie voor anderen levensgroot probleem
CONO kan elektrificeren. En volgens Roeland is dat een luxe, gezien de problemen rond netcongestie. “Andere industriële bedrijven in landelijke gebieden lukt dat niet meer voor 2030, omdat ze achteraan de rij staan voor een aansluiting. We hadden het geluk dat we op tijd de afspraken hebben kunnen maken met Liander en Tennet en dat er al een onderstation kwam. Anders hadden wij ook grote moeite gehad om deze omschakeling te kunnen maken.”
Een goede samenwerking met andere partijen is cruciaal
De goede samenwerking met de netbeheerders, en ook met de gemeente, provincies en het waterschap zijn van cruciaal belang voor het behalen van alle duurzaamheidsdoelstellingen van CONO. “We kunnen een deel van onze investeringen doen dankzij subsidies en daar zijn we blij mee. Ook de gemeente en de provincie zijn welwillend om ons te helpen. Uiteindelijk moeten we het samen doen, samen met onze melkveehouders, samen met partners, positief voor toekomstige generaties.”
Unieke samenwerking met waterschap
CONO zoekt de samenwerking ook zelf op en soms is dat wennen. Roeland: “Zo hebben we in overleg met het waterschap onze eigen waterzuivering aangepast. In ons afvalwater zitten namelijk micro-organismen die ideaal zijn voor het bedrijfsproces van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het Hoogheemraadschap noorderkwartier.”
Micro-organismen uit reststroom zuiveren het andere afvalwater
“Die bacteriën in ons afvalwater zorgen ervoor dat het andere afvalwater wat daar binnenkomt op een natuurlijke manier kan worden voorgezuiverd. Zonder chemicaliën dus. Door die stap uit ons eigen zuiveringsproces te halen, besparen niet alleen wij, ook het waterschap dus energie en chemische interventie. Een win-win situatie. We merkten wel dat een overheidsinstantie als een waterschap nog best moet wennen aan dit soort publiek-private samenwerkingen.”
Samen kom je verder
De samenwerkingen leveren veel op. “Daartegenover staat wel dat dit een enorme inspanning van ons vraagt”, vertelt Roeland. “Het aanvragen van subsidies is bijvoorbeeld buitengewoon ingewikkeld. Dat laten we daarom over aan een gespecialiseerde partner. Wij kunnen goed kaas maken, we zijn echter niet zo groot dat we dit soort taken als subsidie aanvragen ook optimaal kunnen uitvoeren. Daarnaast vraagt de overheid dat we al onze duurzaamheidsinspanningen moeten rapporteren. Ook dat kost veel tijd.”
Meedenken met ondernemers belangrijk
“Gelukkig merken we vooral op gemeentelijk en provinciaal niveau dat bestuurders echt met ons willen meedenken over oplossingen. Het zou ons wel helpen als de processen rond het aanvragen van subsidies en de rapportages die de overheid van ons vraagt, kunnen worden vereenvoudigd.”