In Goudse kaas zit 22,2% minder zout dan in 2006

De Nederlandse zuivelsector heeft zich sinds 2006 succesvol ingezet om de hoeveelheid zout in Goudse kaas te verlagen. Tussen 2006 en eind 2015 hebben de betrokken kaasproducenten een zoutreductie in Goudse kaas gerealiseerd van 22,2%.

In 2006 zijn de kaasproducerende leden van de NZO gestart met het stapsgewijs reduceren van zout in Goudse kaas. Dankzij die maatregelen werd in 2010 een zoutreductie in Goudse kaas gerealiseerd van 14% ten opzichte van de Nederlandse Voedingsmiddelentabel (NEVO) van 2006.

Vanaf 2010 committeerden de betrokken bedrijven zich om het zoutgehalte in Goudse kaas met nog eens 10% te verminderen in 2015. De norm voor het zoutgehalte in Goudse jonge kaas is daarbij vastgesteld op 687 mg natrium per 100 gram kaas (ten opzichte van de NEVO van 2011). In 2015 heeft een onafhankelijke externe partij een audit uitgevoerd op fabrieksmetingen. Deze audit wees uit dat het gemiddelde zoutgehalte eind 2015 op 686 mg natrium per 100 gram kaas zit. De conclusie is dat de Nederlandse zuivelsector erin is geslaagd om een zoutreductie in Goudse kaas te bereiken van 22,2%.

Zout heeft in kaas een belangrijke functie voor de houdbaarheid, stevigheid en smaakbeleving. Bij natuurgerijpte kazen zoals Gouda kaas moet de kwaliteit en veiligheid van de kaas ook aan het einde van de rijpingstijd gegarandeerd zijn. Daarom kost het verlagen van het zoutgehalte in kaas veel onderzoek en tijd en is de zoutreductie geleidelijk gerealiseerd.