
‘Eet minder dierlijk en meer plantaardig’ is een van de adviezen om milieuvriendelijker te eten. Maar duurzamer eten is complexer dan vaak wordt gedacht. Nieuw onderzoek laat zien dat het eten van minder dierlijke producten niet altijd tot een kleinere ecologische voetafdruk leidt. Met minder, gezonder en van dichtbij eten kun je meer milieuwinst boeken.
Wat is de ecologische voetafdruk van ons bord? Wordt deze kleiner met minder vlees of met meer exotisch fruit? Heeft het zin om minder zuivel te eten? En hoe zorg je voor een duurzaam voedingspatroon dat ook gezond is? Deze en andere vragen onderzocht Nutricon in opdracht van de Nederlandse Zuivel Organisatie. Het nutritional consultancy bureau Nutricon berekende wat de ecologische voetafdruk is van verschillende voedingspatronen en heeft de 10 Schijf van Vijf dagmenu’s van het Voedingscentrum doorberekend.
Voor alle berekeningen maakte Nutricon gebruik van het programma Optimeal®, ontwikkeld door Blonk Consultants en het Voedingscentrum. Onderzocht werd wat het effect is op de ecologische voetafdruk van een voedingspatroon wanneer je bepaalde producten vervangt door andere. Daarbij gold één belangrijke randvoorwaarde: het voedingspatroon moet na vervanging van producten nog steeds gezond zijn en voorzien in alle voedingsstoffen die de mens nodig heeft.
Uit de berekeningen blijkt dat het weglaten van vlees uit het menu in potentie de grootste milieuwinst kan geven. Het mijden van zuivel levert geen milieuwinst op. De producten die vlees kunnen vervangen hebben een minder grote ecologische voetafdruk dan de producten die zuivel vervangen. Grote veranderingen in het voedingspatroon, zoals het mijden van vlees, kunnen voor bijna 40% minder milieudruk zorgen. Ook minder eten heeft bij een aantal mensen een groot effect. Wanneer een man die te veel eet, besluit te gaan eten volgens de aanbevelingen van het Voedingscentrum kan hij zijn CO2-uitstoot met gemiddeld meer dan 40% terugdringen.
Opvallend is dat van de 10 dagmenu’s van het Voedingscentrum het ‘Ik hou van Holland’ menu de laagste milieudruk heeft. Terwijl dit menu ook vlees en zuivel bevat. Die goede score komt omdat de producten van Hollandse bodem komen. Dagmenu’s met veel groente en fruit kunnen ook veel milieu-impact hebben. Dat blijkt ook uit het feit dat het ‘Proef de zon’ menu van het Voedingscentrum het minst duurzaam is. Deze bevat veel exotisch fruit. Als je meer plantaardig wilt eten, kun je het beste meer plantaardige producten eten van Nederlandse oorsprong. Uit het onderzoek blijkt verder dat de helft van de Schijf van Vijf dagmenu’s die het Voedingscentrum als voorbeeld geeft van gezond eten, minder duurzaam is dan het gemiddelde voedingspatroon (volgens de VoedselConsumptiePeiling) in Nederland.
Er kunnen een aantal eenvoudige conclusies uit het onderzoek van Nutricon worden getrokken. Voor een duurzamer voedingspatroon kan men het beste de volgende leefregels aanhouden:
Referentie
Meer onderzoek, en alles in perspectief
De onderzoekers concludeerden verder dat van een groot aantal voedingsmiddelen de milieugegevens ontbreken. Vooral van bewerkte, niet-basisvoedingsmiddelen is niet bekend wat de CO2-uitstoot is of het water- en landgebruik. Conclusies uit onderzoek naar duurzame voeding tot nu toe moeten daarom kritisch worden bekeken, omdat ze op veel aannames zijn gebaseerd. Tot slot moet de ecologische voetafdruk van onze voeding in het juiste perspectief worden bekeken, want ook andere aspecten van onze leefstijl zijn belangrijk. Een vliegvakantie naar Zuid-Afrika kan het milieueffect van een jaar vegetarisch eten in een klap teniet doen.
Het onderzoek van Nutricon is uitgevoerd in opdracht van de NZO (Nederlandse Zuivel Organisatie) en wordt gepresenteerd in het coverartikel van Voeding Magazine dat zaterdag 25 maart verschijnt.