De Nederlandse zuivelondernemingen verenigd in de NZO en de brancheorganisatie voor de diervoerindustrie (Nevedi) nemen samen voorzorgsmaatregelen om een mogelijk effect van pensbestendige vetten in diervoeder op de vetzuursamenstelling van melkvet te voorkomen.
NZO en Nevedi hebben afgesproken om de gemiddelde landelijke waarde van het vetzuur C16:0 (palmitinezuur) de komende maanden terug te brengen tot het niveau van winter 2014, toen er nauwelijks pensbestendige vetten werden gevoerd aan melkvee. Om dat te realiseren beëindigt de diervoerindustrie de komende maanden het gebruik van bepaalde typen (gefractioneerde) pensbestendige vetten voor melkvee. Daarnaast zal Nevedi via haar leden en andere leveranciers van diervoeders proberen te sturen op het landelijk gemiddelde niveau van C16:0 en de Solid Fat Content (SFC: maat voor hardheid van melkvet) dat overeenkomt met de waarden van de winter van 2014. Het vermijden van pensbestendige vetten in de melkveerantsoenen moet voorkomen dat de hardheid van het melkvet verder toeneemt.
De afgelopen tijd is het gebruik van pensbestendige vetten in voer voor melkvee toegenomen. Pensbestendige vetten worden niet verteerd in de pens van de koe en kunnen leiden tot een stijging van de hardheid van het melkvet. Als die ontwikkeling de komende wintermaanden (wanneer het melkvet van nature al harder is) doorzet, kunnen er problemen ontstaan bij de verwerking van melk tot vetrijke zuivelproducten. De voedselveiligheid is niet in het geding.
Qlip zal de melk van melkveebedrijven monitoren op het gehalte aan vetzuren zoals palmitinezuur (C16:0) en stearinezuur (C18:0). Ook zal de landelijke SFC-waarde van melkvet worden bepaald.
NZO en Nevedi kijken gezamenlijk naar een oplossing voor de langere termijn.