Melkveehouders zorgen zo goed mogelijk voor hun koeien. De koe is het belangrijkste kapitaal van de boer. Een gezonde koe die lekker in haar vel zit, geeft immers meer melk.
Gezonde dieren zijn de basis van een duurzame zuivelsector. Een gezonde koe geeft immers meer melk. Dat is niet alleen economisch beter voor melkveehouders, het zorgt ook voor meer werkplezier. De gezondheid van de koeien is dus heel belangrijk voor de zuivelsector. Alle melkveehouders werken daarom samen met dierenartsen aan een bedrijfsgezondheids- en een bedrijfsbehandelplan. Dat is ook wettelijk vastgelegd voor de veehouderij in Nederland. Een bedrijfsbehandelplan vormt de basis voor verantwoord diergeneesmiddelengebruik; het voorkomt onnodig medicijngebruik en het verhoogt de kans dat een behandeling slaagt.
In de melkveehouderij wordt antibiotica alleen gebruikt als een koe ziek is en als het gebruik er van noodzakelijk is voor de behandeling. De melk van een koe die behandeld is met antibiotica mag niet aan de fabriek worden geleverd. Wanneer de antibioticakuur is afgemaakt, geldt er nog een wachttijd voordat de melk van de behandelde koe weer aan de fabriek mag worden geleverd. Deze wachttijd hangt af van het soort antibioticum dat is gebruikt.
Alle in Nederland verwerkte melk is gecontroleerd op de aanwezigheid van antibiotica. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt hier toezicht op. Bij het ophalen van de melk op de boerderij neemt de daarvoor opgeleide chauffeur een monster uit de melktank. Dit monster gaat naar een onafhankelijke laboratorium dat de melk controleert op antibiotica. Er wordt ook een monster genomen voordat de melk vanuit de RMO-wagen (Rijdende Melk Opvangst) de zuivelfabriek in gaat. Hier wordt ter plekke op antibiotica getest. Als uit dit onderzoek blijkt dat de melk in de RMO-wagen antibiotica bevat, wordt deze melk alsnog vernietigd en krijgt de verantwoordelijke melkveehouder een boete.
Als extra hulpmiddel om de gezondheid van koeien te monitoren werken melkveehouders met het KoeKompas. Dat is een managementtool dat de aandacht vestigt op zeven punten: melken, voeding en water, huisvesting, dierenwelzijn, werkroutines, dierziekte incidentie en jongvee opfok. Het KoeKompas laat door middel van een risicoanalyse zien op welke punten verbeteringen mogelijk zijn op het melkveebedrijf.
De melkveehouder vult het KoeKompas samen met zijn vaste veearts in. Zij lopen één keer per jaar samen alle punten door om te kijken of de verbeterpunten ook echt hebben geholpen en waar het nóg beter kan. Bijvoorbeeld: moeten de drinkbakken op een andere plaats? Hebben de koeien genoeg bewegingsruimte in de hele stal? Op deze manier worden het dierenwelzijn en diergezondheid in kaart gebracht en kunnen er verbeteringen plaatsvinden.
Met het oog op dierenwelzijn is er in Nederland steeds meer aandacht voor de inrichting van stallen. Wanneer de koeien niet in de wei staan, brengen ze hun tijd immers door in de stal. Er zijn verschillende soorten stallen. Voldoende licht, lucht en ruimte, gecombineerd met een goede hygiëne, zijn van belang voor de gezondheid en welzijn van de koe. Bij het bouwen en inrichten van de stal wordt hier rekening mee gehouden.
In de meeste stallen kunnen de koeien zelf bepalen waar ze lopen, eten en drinken. En liggen. Een koe slaapt maar 1,5 uur per dag, maar ligt wel ongeveer 18 uur per dag. Koeien liggen meestal in ligboxen. Daarin kunnen ze schoon liggen, omdat ze vooruit inlopen, en achteruit uit. In de ligboxen liggen soms matrassen waar de koeien op kunnen liggen. In sommige stallen zijn zelfs waterbedden voor de koeien.
Meestal komen de melkkoeien in een groep naar de melkstal om gemolken te worden. Vanuit de melkput maakt de melkveehouder de spenen schoon en hangt hij daarna het melkstel van de melkmachine aan de uier. Op steeds meer melkveebedrijven staat een melkrobot. Daar kan de koe zelf beslissen wanneer zij gemolken wil worden. De melkrobot herkent elke koe aan de chip om haar hals. De robot maakt de spenen van de koe schoon en hangt met behulp van sensoren de zuigers van de melkmachine aan de spenen. Dit gaat geheel automatisch, waardoor de melkveehouder tijd heeft voor andere werkzaamheden.