
Een grondgebonden melkveehouderij levert een grote bijdrage aan het Nederlandse cultuurlandschap.
Lees meerDe melkveehouderij in Nederland is altijd een grondgebonden sector geweest. Een goede verhouding tussen grond en dier is van groot belang. Dat levert een grote bijdrage aan het Nederlandse cultuurlandschap. De zuivelsector kiest daarom voor een grondgebonden melkveehouderij en voor het behoud van weidegang voor koeien.
De NZO en de LTO Vakgroep Melkveehouderij verwelkomen dan ook het advies van de Commissie Grondgebondenheid. De commissie is er in geslaagd een uitgebreide visie op grondgebondenheid te formuleren die breed wordt gedragen en die de melkveehouderij een perspectiefvolle toekomst biedt. Door aan te geven langs welke weg de melkveehouderij in 2025 aan de visie kan voldoen, zet de commissie de stip op de horizon waar de zuivelketen behoefte aan heeft. In haar advies houdt de commissie bovendien rekening met de doelen van de Duurzame Zuivelketen op gebied van weidegang, dierenwelzijn, biodiversiteit en klimaat en energie.
De melkveehouderij van de toekomst is grondgebonden. Gras is de basis van het rantsoen van de koe. Ruwvoer komt van eigen grond of grond in de directe omgeving zodat elk melkveebedrijf op buurtniveau zelfvoorzienend is voor gras en ruwvoedergewassen. Grondstoffen van buiten Europa die direct of indirect samenhangen met ontginning van natuurgebieden worden niet langer gebruikt. Elke melkveehouder kan zijn mest probleemloos kwijt op zijn eigen bedrijf of direct in de buurt. Hierdoor ontstaan lokale kringlopen van voer en mest die passen in een circulaire economie. Dit kan de positie van Nederlandse zuivel op de markt en in de samenleving versterken.
In onderstaande video wordt uitgelegd wat het advies van de Commissie Grondgebondenheid inhoudt: